“Ze kunnen geen volzinnen meer schrijven, zijn verslingerd aan hun smartphone, laat staan dat ze zich nog zouden engageren om een theater uit te werken rond een eeuwenoud bruin schilderij!” Dat zijn bijtende opmerkingen die het jonge volk wel eens naar het hoofd geslingerd krijgt. Vaste waarden in het theatervak, Luc Nuyens en Griet Boels, vonden nochtans gemakkelijk ‘jeugd van tegenwoordig’ om zich hier een jaar lang in vast te bijten.
Tijdens zo’n werkmoment kroop Sassafras graag mee op het podium. Geïntrigeerd bekeek ze hoe de ernstige en toch prettig gestoorde jongeren zich probeerden voor te stellen waar de mens allemaal blind voor kan zijn. Het was boeiend om zien hoe ze een evenwicht zochten tussen fijne humor of holle cafépraat, tussen interessante diepgang of een artistieke baksteen op de maag. Ik genoot vanuit een roodfluwelen zetel op de eerste rij van CC De Westrand. Het was geen voorstelling, maar een zoektocht en niet enkel van de tieners. Het interessante aan de zaak was dat wij van op een heel beperkte afstand zowel de volwassen begeleiders als de jongelui konden volgen. Impulsief kunstzinnig geweld dat smoezend besproken werd van tussen de coulissen, kreeg de kans om volledig op de bek te gaan. Het intrigeerde alsof het om één of andere aflevering "Het leven zoals het is" ging. Het was selfs zo fascinerend dat Sassafras eerst niet in de gaten had dat ze zichzelf met draad aan haar werk geregen had. Inderdaad, illustreren is lang niet meer puur potlood- of penseelwerk. Bruegel werd hier bewerkt met naald en garen!
Ik ben alvast razend benieuwd hoe de uiteindelijke voorstelling er zal staan. De repetitie heeft mij alvast aan het denken gezet over 'de jeugd' en 'wij, volwassenen'.
Deze morgen dacht ik nog
Wat kunnen ‘grote mensen’ zagen
Niet van slechte wil of zo
Maar zo weinig kunnen verdragen
En dan verontwaardigd spreken
Over de jeugd, want compleet om zeep:
Dat chat en liket alleen nog maar fonetisch
Vermoordt een zin tot lettergreep
In de schaduw van spots staar ik later
naar jong talent op de planken
Ervan overtuigd het publiek omver te blazen
Door te roepen, zingen, janken
En dan twijfelend met de neus tegen de muur
botsen, tegen wil en dank
Aarzelen over wat ze leerden en willen
goedschiks vertalen naar emotie, woord en klank
In de schemering van de vallende avond
overvalt de weemoed mij
Zou ik me liefst distanciëren
Van al dat volwassen-doenerij
Een vroeger-was-het-beter-spel
en jaren oogkleppen misschien
Ach, blind zijn is gemakkelijk
Als je ‘t nooit anders wil zien.
Reactie plaatsen
Reacties