De plezantste museumtuin van het Pajottenland

Gepubliceerd op 28 mei 2019 om 15:51

Van raap en kool tot potagie
Nu gaan wij gauw om het nodige proviand een supermarkt, proppen de koffer vol met plooibakken en groentennetjes. Maar het keukenpersoneel van het kasteel van Gaasbeek, hadden hun lokale Delhaize-van-weleer. Nu is dit uitzonderlijke plekje beter bekend als de museumtuin. Samen met Lobke Rondelez mocht ik voor Bruegel Vertekend deze parel komen ontdekken.

Lobke en ik pikten zijn allebei beginnende tuiniersters. Een grote tuin in Pamel of een stadstuintje in de 'Vlaanders' is niet helemaal hetzelfde, maar aan enthousiasme ontbrak het ons dus niet om ons te verdiepen in de oude museumtuin van het kasteel van Gaasbeek. Onder een zacht lentezonnetje werden we opgevangen door Hilde van Groene Rand (blauw bloemetjeskleed, deze info lijkt banaal, maar heeft zo z'n nut) en gidsen Hilde (blond en brilletje) en Marc (beetje kalend en eveneens een bril). Het ging hier niet om een koppel, maar al snel werd duidelijk wie de plak zou zwaaien. Marc probeerde ons met technische weetjes wat slimmer te maken, maar werd steevast aangevuld (misschien te vertalen als 'onderbroken') door een kokette en enthousiaste Hilde. Het was wel duidelijk: tuinieren en geschiedenis waren haar ding. Vergeten groenten en oude fruitsoorten konden haar tijdens het praten al in zekere vervoering brengen. Vol overgave wijdde ze ons in in de tot dan toe onbekende wereld van de 'potagie'. Een oud recept waar menig heksachtig vrouwtje de vingers had bij afgelikt.

Het was een gezellige rondleiding en best smakelijk. Zo liet ik Lobke besjes proeven, ook al waren we niet zeker of dat wel mocht.  Gids Hilde merkte het niet op, maar ging onvermoeid verder met het delen van haar een enorme kennis over oude planten en hun toepassingen in de keuken.
Lobke keek haar ogen uit. De '
Big daddy', een grote soort hosta, fascineerde haar enorm. Net als het leiden van fruitbomen in de museumtuinen dat hier op professionele manier, volledig volgens de regels van de kunst, wordt toegepast.

Blijkbaar stelden we dezelfde vraag als de meeste bezoekers: ‘Wat er met al dat fruit en de oogst gebeurt’. Daar werd wat vaag over gedaan, zo zou er met een deel fruitsap gemaakt worden voor de vrijwilligers. Maar eigenlijk mag het niet geplukt worden, want het is een deel van “het museum”. Oeps, wij hadden een kwartiertje eerder dus een stukje museum ingeslikt.
Een indrukwekkend element in de tuin was nog de lange ladder aan de schuur. Lobke heeft het tekstje (met spelfouten incluis) overgenomen in haar tekening. 

En dan was het tijd voor het echte werk: een Bruegel onder handen pakken. Lobke merkte op dat er op ‘De lente’ van Bruegel wel wat personages van de dag zelf te linken waren aan getekende figuurtjes op de gravure. Wie er die dag bij was, zal misschien zichzelf in haar eindresultaat herkennen.
Nu moet ik bekennen dat deze werkplek toch wel heel uniek was: we installeerden ons boven aan de trap die uitkijkt op de Franse ommuurde tuin. Gravinwaardig zaten we daar onder een stralende zon met een glas Pajots appelsap en veel inspiratie. 
Nu moet je weten dat ik telkens met een illustrator mag meegaan om die nieuwe Bruegels nadien van tekst te voorzien. Ik probeer dan zowel de indrukken van de locatie en activiteit op te slorpen, maar ook de manier waarop de kunstenaars te werk gaan. 
Lobke ging net als vorige keer meteen aan de slag met glimmende tubes, penselen en potloden netjes uit een doosje of tasje. Vooraf leek ze niet meteen een idee te hebben wat ze er van zou maken. Daardoor raakte ze zelf verrast door wat er op papier verscheen. "Oh kijk, dat lijkt wel Hilde met haar potagie!", flapte ze er uit en haar potlood leek een eigen leven te gaan leven. Lobke en ik zagen het gebeuren: een tekstballon en daarin de letters "Niet hier, Marc, met je zaad. Dit is mijn potagie."
Daarop sloeg de verbeelding op hol en was een slappe lachbui onvermijdelijk. Na een paar minuten lukte het ons om de tranen uit onze ogen te vegen. Met nog licht nagehik vroegen we ons af of het wel gepast was om het te laten staan. Er werd unaniem besloten alles te laten staan, die lieve gidsen zouden er ook vast de humor ervan inzien.

Ik had er misschien een erotische tekst bij kunnen verzinnen, maar ik heb mij dan toch maar laten inspireren door een ander element dat Lobke toevoegde aan het werk.

 

Op eigen benen

 

Ik ben weer klaar
kijk om me heen.
Ik weet dat straks weer heel de tuin bezoekers zal verbazen.
Er is geen wind
de zon staat hoog.
Ze lijkt naar mij te knipogen omdat ze mij herkent.

 

Al jaren slijt ik hier mijn uren, midden in het groen,
te kijken naar de mensen en wat ze allemaal doen, 
op een steenworp van de muren en de gracht om het kasteel.
Je snapt vast en zeker dat ik mij nooit verveel.

 

Leibomen overal,
verse mest daar uit de stal.
Ieder takje juist gesnoeid
zodat die straks weer open bloeit.

‘k heb altijd met beide voeten op de grond gestaan,
volledig op mijn eigen benen, op eigen benen gestaan.


Toen het land
nog werd bewerkt
door de boer met paard en ploeg,
het fruit nog met de hand geplukt,
deed ik dienst al bij de Gust,
die het kersenplukken ruilde voor de burgemeestersjerp

 

En toen die later, net voor hij het loodje had gelegd, 
alleen maar mooie dingen over mij nog had gezegd,
plukte ik ineens de vruchten van mijn harde werk:

Ik mocht hier op ‘t kasteel gaan werken, oh, wat was ik sterk!


Beginnen doe je onderaan,
nooit een trede overslaan,
steeds verder hogerop,
als enig doel… de top
‘k heb altijd met beide voeten op de grond gestaan
Volledig op mijn eigen benen, op eigen benen gestaan

 

Soms best zwaar,
toch is het niet
dat ik mij voor een ander ooit      
in bochten heb gewrongen.
Altijd met geheven hoofd
het oogsten van de vruchten
als het hoogste doel gesteld.
Ach ja, k geef het rechtuit toe,
dat ik soms uit de hoogte doe.

 

Maar 'k maakte nooit een fout,
ben echt gemaakt uit ’t juiste hout.
Ik heb nooit met iemand echt op gespannen voet gestaan
Maar altijd voor de planten en de mens mijn best gedaan.

 

Nu hang ik hier gewoon nog rond,
loom tegen de schuur.
Een beetje in de schaduw
en aan een koele muur.
Eindelijk van de rust genieten,
met mijn voeten in de lucht         

Wachten op mijn laatste zucht, een ladderzucht...
Ik ben een ladder
en ik zucht...

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.